top of page
Docentenhandleiding voor intercultureel competentiegericht leren
I. Inleiding

I. Inleiding tot de gids  

Deze Gids voor Interculturele Competenties is het tweede deel van de "Lerarenhandleiding" en is bedoeld om leraren te helpen hun kennis en vaardigheden voor het managen van een multiculturele klas uit te breiden door effectieve methodieken aan te reiken die tot een grotere inclusie leiden. 

Succesvolle pedagogische interacties in de klas hangen sterk af van de leerkracht, die in staat moet zijn een veilige en vreedzame omgeving te bieden voor leerlingen, ongeacht hun etnische achtergrond.   Dit kan vooral een uitdaging zijn in een multiculturele klas.  De leerkracht moet begrip tonen en bereid zijn elke leerling te steunen en te helpen, maar ook de relaties tussen de leerlingen faciliteren in een geest van respect en verdraagzaamheid. Deze belangrijke rol van de leerkracht vereist dat die leerkracht een hoog niveau van interculturele competentie bezit. D.w.z. dat die in staat moet zijn om te gaan met leerlingen en hun families met een verschillende culturele achtergrond, dat de leerkracht culturele verschillen en de mogelijke onderliggende attitudes en vooroordelen van leerlingen (en hun families) in de klas herkent en begrijpt, en dat die in staat moet zijn om deze te verzachten. 

Deze gids bevat een inleiding tot de uitdagingen van vooroordelen en haatspraak. Dan volgen drie thematische delen die gericht zijn op verschillende aspecten van interculturele competenties: 1.  Het overwinnen van stereotypen en vooroordelen en de vorming van het cultureel bewustzijn; 2. De inclusieve multiculturele klas; en ten slotte, 3. Pedagogische interacties met de families van leerlingen van verschillende etnische origine.  Elk thematisch deel bevat een korte theoretische verantwoording en specifieke praktische ideeën en activiteiten die leerkrachten in hun klas kunnen gebruiken. 

II. Vooroordelen en haatspraak  


Omgaan met vooroordelen en vooringenomenheid (bias)


De laatste jaren is meer onderzoek gedaan naar de effecten van vooringenomenheid op ons besluitvormingsproces, maar ook naar de alomtegenwoordigheid ervan in alle samenlevingen en in alle menselijk gedrag. Vooringenomenheid is een houding en gedrag die vaak blijk geven van een ongerechtvaardigde en misplaatste voorkeur voor een idee, overtuiging, wereldbeschouwing, persoon of groep. Vóór het populaire werk van de psycholoog en Nobelprijswinnaar voor de Economie, Daniel Kahneman (Thinking, Fast and Slow), was het meest populaire beeld van de menselijke persoon dat van de "homo rationalis". Deze mens neemt altijd rationele beslissingen op de meest optimale manier en in zijn of haar beste belang. Kahneman heeft aangetoond dat de mens niet zo rationeel is als hij zichzelf graag ziet en vaker dan hij wil toegeven geneigd is verkeerde aannames en systematische inschattingsfouten te maken over personen en situaties die zijn leven, maar ook dat van anderen minder productief en gelukkig maken.
 
Er zijn verschillende vormen van cognitieve vooringenomenheid die ons leiden tot beoordelingsfouten over situaties en personen.  Het kan bijvoorbeeld gaan om het anchoring effect (vertrouwen op het eerste stukje informatie dat we krijgen), attributie en bevestigingsvooroordeel (confirmation bias), een poging om een verklaring voor iets te vinden op basis van onze persoonlijke ervaring. Hierbij interpreteren we informatie op basis van:

  • Onze vooroordelen, ondanks het feit dat nieuwe informatie of gegevens die vooroordelen tegenspreken;

  • Framing (de sociale constructie van fenomenen op basis van iemands cultuur, lokale media, politieke partijen of figuren);

  • Culturele vooringenomenheid en status quo bias (zaken beoordelen op basis van de normen van de eigen cultuur en op basis van de huidige stand van zaken). 

  • Deze vooroordelen kunnen onze oordeelsvorming vertroebelen en verhinderen dat we correcte beslissingen nemen.

Een ander woord dat we soms gebruiken voor vooringenomenheid is de term "vooroordeel", hoewel deze woorden op elkaar lijken, zijn ze niet hetzelfde. Het woord vooroordeel komt van de Latijnse term "praejudicium" of vooroordeel, het oordeel vóór een oordeel.  Met andere woorden, het is het oordeel dat men velt voordat men over voldoende informatie beschikt om een juist oordeel te vellen.  Vooroordelen zijn vooropgezette en negatieve oordelen over personen of groepen - vaak gebaseerd op vooringenomenheid en ongegronde opvattingen over identiteit - op grond van ras, godsdienst, sociale klasse, politieke gezindheid of overtuigingen, taal, nationaliteit, geslacht, seksuele geaardheid, enz. Wanneer bijvoorbeeld vooringenomenheid en vooroordelen van leerkrachten ongeadresseerd en onbewust blijven, dan wordt Strength-Based Learning uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk.  Vooroordelen en vooringenomenheid verhinderen ook dat jongeren belangrijke banden aanknopen met hun buren, vrienden, leeftijdgenoten, en banden onderhouden met familie en thuisland, en natuurlijk met leerkrachten. 

Vooroordelen en vooringenomenheid kunnen tot discriminatie leiden en ongeziene belemmeringen vormen voor de uitoefening van de essentiële elementen om te leren, namelijk: openheid, rust en focus. Zij zijn niet alleen een probleem voor de leerlingen en hun familie, maar ook voor hun leraren. Want hoe kun je open zijn, als je het gevoel hebt dat de personen die je moeten begeleiden, je negatief beoordelen vanwege je godsdienst? En hoe kunnen ze je helpen je sterke kanten te ontdekken, als ze alleen je zwakke kanten zien? En hoe kun je een band scheppen met je nieuwe omgeving, als je het gevoel hebt dat je nooit geaccepteerd zult worden vanwege je huidskleur of het land waar je geboren bent? 

Hoewel vooroordelen en vooringenomenheid deel uitmaken van de menselijke natuur, vertroebelen ze, wanneer ze ongemoeid worden gelaten, het vermogen van een leraar om juist te oordelen en verhinderen ze de leerkracht diens leerlingen te steunen om hun doelen te bereiken. Bewustwording van de eigen vooroordelen is een eerste stap naar het herkennen en vermijden van potentieel schadelijke vooroordelen in de klas die leiden tot negatieve stereotypen, discriminatie, miscommunicatie, vijandigheid en in het ergste geval, openlijke conflicten.  

II. Vooroordelen en haatspraak
Woman on Window Sill

Haatspraak: wat is het?

In 1997 definieerde de Raad van Europa haatspraak als "alle vormen van meningsuiting die rassenhaat, vreemdelingenhaat en antisemitisme of andere op onverdraagzaamheid gebaseerde vormen van haat zoals agressief nationalisme en discriminatie en etnocentrisme jegens minderheden, migranten en mensen met een migratieachtergrond, verspreiden, aanmoedigen, vergemakkelijken of rechtvaardigen". Er zijn ongeveer 6 miljoen leraren in Europa die een belangrijke rol spelen bij het helpen van leerlingen om hun talenten te ontwikkelen en hun potentieel voor persoonlijke groei en welzijn te verwezenlijken.  Daarnaast stellen zij leerlingen in staat de uiteenlopende kennis en vaardigheden te verwerven die zij nodig zullen hebben om productieve burgers te worden. Leerkrachten kunnen helpen Europa positief te veranderen en vormen van haatspraak tegen kwetsbare groepen en minderheden terug te dringen. De schoolcultuur herzien en positief omvormen tot een meer democratische cultuur kan tijdrovend zijn en veel inspanning vergen, waarbij de actieve deelname van elk lid van de schoolgemeenschap vereist is.

 

Preventie van haatdragende taal is geen extra persoonlijke of professionele activiteit, maar een uitdaging van deze tijd die wordt veroorzaakt door de sociale ervaringen, meningen, gevoelens en emoties van mensen. Hier is de rol van de directeur, het pedagogisch team en de ouders om mogelijkheden te creëren voor een positief schoolklimaat waar respect en waardering is voor culturele verschillen maar ook voor culturele overeenkomsten. Het moet een klimaat zijn waarin ieders prestaties worden erkend. Het voorkomen of terugdringen van haatdragende taal is een functie van goede maatschappelijke verhoudingen en draagt bij tot een geest van begrip, verdraagzaamheid en respect voor verschillende persoonlijkheden, alsmede tot het gevoel van saamhorigheid voor iedereen. 

 

Dit deel van het ontwikkelde materiaal is bedoeld om opvoeders te ondersteunen bij het opbouwen van respect voor diversiteit en het creëren van een schoolklimaat waarin elke leerling zich volledig kan ontplooien.  Het voorkomen van haatdragende taal is een belangrijke voorwaarde voor het creëren van een positief schoolklimaat en is de verantwoordelijkheid van iedereen. 

 

Vaak is haatdragende taal het gevolg van de invloed van een bepaalde culturele omgeving. Haatdragende taal kan zelfs door ouders worden gebruikt. Dan verhinderen de inspanningen om een stimulerende leeromgeving op te bouwen dat een school alle gezinnen volledig bij het schoolleven betrekt. De kansen op een succesvol tot standkomen van een gevoel van partnerschap en samenwerking tussen de school en de gezinnen worden uiteraard ook bepaald door het gedrag en de houding van de leerkrachten en de schoolleiding. Deze actoren moeten alert zijn en bereid zijn hun luistervaardigheid te verbeteren om de oorzaken van bestaande negatieve tendensen die tot haatspraak leiden op te sporen. Er zijn zes hoofdcategorieën bij het ontstaan en de ontwikkeling van haatdragende taal die we hier willen behandelen: 

1. Ontkenning

De ontkenning van het bestaan van haatspraak, zoals verklaard door de beperkte ervaringen, percepties of wereldbeschouwing van een actor, die verschillen als onbelangrijk beschouwt. Vaak worden voorbeelden van haat zaaien ontkend en niet opgevolgd. 

2. Defensiviteit

Tegenover vermeende negatieve verschillen staat een defensieve strategie die gericht is op een gehele of gedeeltelijke ontkenning van bestaande feiten over het gebruik van haatspraak... Een andere verdedigingsstrategie is gebaseerd op het geloof in de eigen culturele superioriteit. 

3. Minimaliseren

Dit kan een laatste wanhopige poging zijn om de controle te behouden en verschillen te negeren in de veronderstelling dat er culturele overeenkomsten zijn. Verschillen worden waargenomen en erkend, maar ze worden gebagatelliseerd of geringschat.  Meestal wordt beweerd dat de leerlingen alleen maar aan het spelen zijn of aan het plagen, en dat de slachtoffers van haatspraak zich niet beledigd voelen.

4. Aanvaarding

Aanvaarding en erkenning van haatdragende taal, en categorieën als waarheid, moraal, rechtvaardigheid en vrijheid worden op een merkwaardige manier geïnterpreteerd. In dit stadium worden culturele verschillen erkend en gerespecteerd. Verschillen worden gezien als iets natuurlijks en noodzakelijks voor menselijke relaties; ze worden echter niet op prijs gesteld. Ze zijn gewoon een feit. Er zijn twee sub-niveaus van de categorie van aanvaarding:

  • Aanvaarding van verschillen in gedrag, wijze van communiceren, verbale en non-verbale patronen;

  • Aanvaarding van culturele verschillen in verband met de algemene organisatie van de gemeenschap.

5. Empathie

Een andere fase op de weg naar de preventie van haatdragende taal is de ontwikkeling van empathie. Empathie is het vermogen om te begrijpen of te voelen wat een ander ervaart of voelt vanuit zijn perspectief, dat wil zeggen het vermogen om zich in de situatie van een ander te verplaatsen. Dan kan men voelen zoals zij dat doen en ontstaat het vermogen om verschillende perspectieven te vergelijken en adequaat te herevalueren. Een andere vorm van empathische aanpassing wordt verbonden met het vermogen om de wereld vanuit twee of meer perspectieven te bekijken.

6. Preventie

Preventie gaat gepaard met gevoeligheid voor andere culturen en met het vermogen om verschijnselen die verband houden met de manifestatie van haatdragende taal te beoordelen. Men gaat aanpassingen of veranderingen aanbrengen die voorkomen dat een negatief schoolklimaat ontstaat en de voorwaarden voor de aanvaarding van haatdragende taal worden gecreëerd. 

Vooroordelen en haatdragende taal werpen niet alleen barrières op voor leerprocessen, soms maken zij het leren onmogelijk voor de slachtoffers ervan. Vooroordelen en vooringenomenheid hebben niet alleen betrekking op "de ander", maar ook op zaken die niet zozeer met culturele gevoeligheden en tradities te maken hebben. We zien dit wanneer leerlingen weigeren met andere leerlingen samen te werken, of wanneer een docent door sommige leerlingen wordt geboycot vanwege zijn identiteit. Een ander voorbeeld is wanneer docenten subtiele of duidelijke opmerkingen maken over een student en hem op discriminerende wijze behandelen. Belangrijker is dat vooroordelen en vooringenomenheid in veel aspecten van onze onderwijssystemen en culturele vooronderstellingen kunnen worden waargenomen.  Diversiteit in het onderwijs kan niet worden bereikt wanneer vooroordelen en vooringenomenheid alleen als een aspect van de "inhoud" worden besproken.  Diversiteit bereik je door ervoor te zorgen dat diverse leerlingen kunnen samenwerken en zelfstandig diverse leertrajecten kunnen kiezen. Het is om die reden dat we kiezen voor een positieve benadering van leerprocessen. Of anders gezegd: we proberen eerst een positieve context te creëren waarin het mogelijk is om met elkaar als individu in contact te komen en elkaar te waarderen, waarbij respect, samenwerking en vrijheid voor onafhankelijke agency een onderdeel vormen van de manier waarop we samenwerken. Wanneer dit niet mogelijk is, ontwikkelen we een strategie die ingesleten negativiteit tegengaat door te focussen op de sterke punten van de klas en de omgeving.  We behandelen dit meer in het hoofdstuk: "Conflicten oplossen".  In feite volgen we punt zes uit het hoofdstuk over haatzaaien: preventie. 

III. Ontwikkeling van interculturele competenties

 

De volgende drie secties zijn ontwikkeld door de St. Cyril en St. Methodius Universiteit - College voor Pedagogie in Pleven, Bulgarije. Hier vind je hulpmiddelen die leerkrachten helpen interculturele competenties te ontwikkelen voor een multiculturele en inclusieve klas met zowel autochtone kinderen, vluchtelingen, als kinderen met een migratieachtergrond.  Elke subrubriek bevat een downloadbaar document waarin je meer kan lezen over de theorie over elk onderwerp.  Maar je vindt er ook praktische oefeningen die je in de klas kan gebruiken en referenties voor verdere verkenning.

III. Ontwikkeling van interculturele competenties
College Students on Break

Vooroordelen en vooringenomenheid overwinnen

Download de documenten

De inclusieve multiculturele klas

Download de documenten

Betrokkenheid van de familie

Download de documenten

Students
logo-velikoturnovski-universitet-157-450x0.jpg

Deze intellectuele output is gemaakt door:

    
Emil Buzov

St. Cyrillus en St. Methodius Universiteit van Veliko Tarnovo

Pedagogische Hogeschool, Pleven

bottom of page