Een inclusief proces gedurende de hele schoolloopbaan moet parallel verlopen met een dynamische en zorgvuldige beoordeling.   De in de vorige fasen besproken vormen van beoordeling moeten worden ingezet volgens een leerlinggerichte, formatieve aanpak, gelijktijdig vanuit zelf- en andere evaluaties. Zo worden op een kwalitatieve manier de sterktes en de zwaktes van de leerling duidelijk. Er is echter ook een normatieve standaardbeoordeling nodig om het profiel van de leerling bij het verlaten van het verplichte onderwijs te beoordelen.  Deze is best vergelijkend, overeenkomstig de verwachte leerdoelen van het curriculum. De Europese Unie stelt een instrument met gedefinieerde competentieprofielen voor, dat kan helpen bij deze normatieve, gestandaardiseerde beoordeling achteraf. Dit instrument kan gebruikt worden als referentie voor de validering van het leren en de vaardigheden in elk gastland; of het nu gaat om het begeleiden van leerlingen tijdens hun schoolloopbaan of tijdens hun beroepstraject.