top of page
Opvolging en evaluatie in de klas
(Fase 2)

Waarom Strength-Based Learning als basis voor de Gids voor Opvolging en Evaluatie?

Bij strength-based learning is het uiteindelijke doel niet het bereiken van een bepaald kennisniveau, maar het verwerven van gedragsstrategieën die je in staat stellen om met de werkelijkheid om te gaan.  Natuurlijk is daarvoor een bepaald kennisniveau nodig, omdat leren context gebonden is. Het is dan belangrijk om bij de evaluatie na te gaan of de leerlingen hun gedragsstrategieën hebben uitgebreid (zie ook: Groeidocument in fase 3).  Daarom gebruiken we in plaats van een traditioneel numeriek evaluatiesysteem het OICO-principe (Observatie, Imitatie, Creatie en Originaliteit), dat uitgaat van de integratie van lagere-orde vaardigheden in hogere-orde vaardigheden. (https://www.teachmi.eu/strength-based : Leerprocessen).  We leggen dit uit met een extreem, maar realistisch voorbeeld. 

Een jongere uit een moeilijke buurt heeft gedragsstrategieën ontwikkeld om met conflicten om te gaan door agressie te gebruiken om het conflict in haar voordeel te beslechten.  Dankzij haar gedragsstrategieën heeft ze in de buurt een zekere reputatie opgebouwd, met als gevolg dat ze niet wordt lastiggevallen en de strategieën zelden hoeft te gebruiken.  Op school leert ze zich verbaal te verdedigen, en is in staat dit te verbinden met overtuigende non-verbale communicatie (zelfverzekerd en, zo nodig, agressief).  Nu kan ze deze nieuwe verbale vaardigheden combineren met haar fysieke vaardigheden, mocht ze fysiek geweld moeten gebruiken.  Dit verstevigt haar positie in de buurt nog meer.  Ze heeft de keuze om deze geïntegreerde vaardigheden te gebruiken voor legale of illegale doeleinden.  Hoe dan ook, ze is beter voorbereid op een zinvol leven in deze context (d.w.z. een moeilijke buurt) dan andere jongeren op de school, die hogere cijfers halen, de buurt niet kennen, de regels en gewoonten van de buurt niet begrijpen, en niet in staat zijn fysieke gedragsstrategieën met succes toe te passen. 

In deze context is de kans groot dat die jongere, wanneer haar voldoende legale mogelijkheden worden geboden om een zinvol leven te leiden, een legaal en maatschappelijk aanvaard pad kiest.  Tenminste als de situatie in de buurt niet zo verziekt is dat de status van de jongere wordt aangetast door het kiezen van dit pad.  Wanneer de kansen om haar sterktes legaal te gebruiken echter te klein zijn, neemt haar mogelijkheid om succes en aanzien te boeken toe door illegale wegen te bewandelen. Dit is wat er gebeurt in wijken waar de jeugdwerkloosheid hoog is, waar beleidsmakers weinig positieve plannen hebben voor de buurt, en jongeren (en ook hun ouders) systematische discriminatie ervaren.    

Bij gewelddadige conflicten vellen beleidsmakers (scholen) vaak morele oordelen over jongeren.  Wat ze gedaan hebben is 'onaanvaardbaar'; het zijn de ‘rotte appels'.  Het gevolg is dat er repressieve maatregelen worden genomen.  De sterktes van de jongere uit het voorbeeld (in deze buurt) worden door beleidsmakers vertaald in zwaktes, of hun gedrag wordt gezien als een gevolg van kwetsuren en/of tekorten.

Strength-Based Learning gaat ervan uit dat vaardigheden goed noch slecht zijn, maar dat contexten mensen dwingen keuzes te maken die ofwel aanvaardbaar ofwel onaanvaardbaar zijn, legaal ofwel illegaal.  De centrale vraag wordt dan hoe deze jongere haar sterke kanten positief en rechtmatig kan gebruiken.  Daarom moet ze leren hoe ze haar sterktes op verschillende manieren kan toepassen of haar gedragsstrategieën kan uitbreiden, gebaseerd op haar sterktes. 

Zo krijgt het begrip "verantwoordelijkheid" een andere betekenis.  Een jongere is verantwoordelijk voor het uitbreiden van zijn of haar gedragsstrategieën om beter met de werkelijkheid om te gaan.  Beleidsmakers (inclusief een school of een leraar) zijn verantwoordelijk voor het bieden van een context waarin een jongere die vaardigheden legaal en ethisch kan gebruiken.  Beiden zijn verantwoordelijk voor het aanpassen van de context zodat de jongere zijn sterktes kan gebruiken om te leren wat hij of zij nodig heeft om succesvoller te worden in de maatschappij.  

Hiermee bedoelen we niet dat straffen voor het overtreden van de regels of wetten genegeerd moeten worden. Integendeel!  Als iemand de regels overtreedt (jongeren of leidinggevenden waaronder leerkrachten), moeten de consequenties duidelijk en voor iedereen gelijk zijn.  Het gesprek dat plaatsvindt na het overtreden van de regels gaat niet over hoe 'erg het was dat het gebeurde', maar over het in kaart brengen van sterktes (in negatief gedrag) en het bepalen wat er moet gebeuren om in volgende situaties adequaat te kunnen reageren (uitbreiding van gedragsstrategieën).  Dit wordt vervolgens verbonden met wat er moet gebeuren om schade te vergoeden voor degenen die door het onaanvaardbaar gedrag een soort nadeel hebben ondervonden (herstelrecht). Die vergoeding van schade hoeft uiteraard niet financieel te zijn. Voorstellen worden gekozen op basis van de sterktes van de jongere.

Assessment Framework

Het OICO-principe als basis voor opvolging en evaluatie.

Opmerking

OICO is een acroniem dat staat voor Observatie, Imitatie, Creatie en Originaliteit.  Dit principe werd ontwikkeld door Jacques Lecoq in de École Internationale de Théâtre Jacques Lecoq.  (https://www.teachmi.eu/strength-based).  Volgens Strength-Based Learning is het bij diverse leerwegen niet eenvoudig om elke leerling op dezelfde manier te beoordelen. Daarom moeten leerlingen kunnen zien waar ze staan binnen de context van het grotere leertraject of curriculum. Het werken met rubrics biedt hiervoor een oplossing. Een rubric is een categorisering van gedrag die de op een kwalitatieve manier het groeien in een aantal vaardigheden in een bepaald kennisgebied beschrijft aan de hand van duidelijke criteria. Het verduidelijkt wat de verschillende expertiseniveaus van een vaardigheid zijn, en de richting waarin de vaardigheid zich moet ontwikkelen om een bepaald doel te bereiken. De indeling of rangschikking van 'basis' tot 'expert' is gebaseerd op inhoud en geassocieerd met het denken in termen van zwaktes. (Dit is wat je nog niet beheerst.). Het gebruik van het OICO-principe leidt tot het bepalen van mogelijke leerwegen waaruit de leerling kan kiezen om zo een vaardigheid te leren beheersen.

Pas je aan

OICO is een alternatieve evaluatiemethode.  Ze vervangt de traditionele methoden niet, maar vult ze aan in de context van nieuwkomers.  Vaak hebben studenten met een vluchtelingen- of migratieachtergrond moeite met nieuwe beoordelings- of evaluatiesystemen, vanwege taalbarrières, andere accenten of een andere organisatie van leerinhouden in eerdere onderwijssystemen, leerstofachterstanden, trauma's, niet erkende leerproblemen, enz. Wanneer studenten ALLEEN via een traditioneel beoordelingssysteem worden geëvalueerd, worden hun vaardigheden niet altijd naar waarde ingeschat.  In plaats van een cijfersysteem volgt OICO het natuurlijke pad van leren.   We observeren bijvoorbeeld eerst hoe iemand iets doet, en omdat het dan bij anderen succesvol lijkt, proberen we dat succesvolle gedrag te imiteren.  Zodra we wat oefening krijgen en onze remmingen overwinnen, beginnen we het zelf te doen.  We bouwen verder op deze vaardigheden en gebruiken ze opnieuw bij andere activiteiten We worden creatief met die vaardigheid.  Ten slotte, als we heel vaardig worden, kunnen we innoveren en iets origineels creëren, niet alleen voor onszelf, maar ook voor anderen.   Laten we deze principes nader bekijken:  

 

Observatie: Ik beheers (een deel van) een vaardigheid, maar niet volledig, en leer door te kijken hoe anderen het doen.    

 

Imitatie: Ik beheers (een deel van) een vaardigheid zodanig dat ik anderen kan imiteren of kan doen wat zij doen (bijv. een soortgelijke taak voltooien die zij hebben gedaan). 

 

Creatie: Ik beheers (een deel van) een vaardigheid zodanig dat ik er voor mezelf nieuwe dingen mee kan doen of nieuwe dingen kan creëren.

 

Originaliteit: Ik beheers (een deel van) een vaardigheid zodanig dat ik de vaardigheid kan integreren met andere vaardigheden en dingen kan maken die nieuw en origineel zijn voor de anderen van de klas. (https://www.teachmi.eu/strength-based)

Respecteer het kader van Strength-Based Learning en het OICO-principe.

Instrumenten

Mapping Social Relationships
Evaluation with Symbols
Evaluation Strengths (Student)
Mirror Evaluation (Teacher)
Meauring Well-Being
Working with Rubrics
Previous Ethical Consideration
Previous Considerations

Eerdere overwegingen:

Gebruik het!

Alle instrumenten zijn flexibel. Hoewel de TEACHmi-methode een voorkeur voorstelt voor de volgorde waarin de instrumenten worden ingezet, word je als leerkracht uitgenodigd je eigen weg te zoeken.

Pas je aan

Alle omstandigheden zijn anders. Alle leerlingen zijn anders en alle multiculturele klassen zijn veeleisend, dus pas de instrumenten aan op basis van je verwachtingen en doelen.

Respecteer het kader van Strength-Based Learning en het OICO-principe.

In de tweede fase van de Gids voor Opvolging en Evaluatie is het de bedoeling dat leerkrachten met leercontexten werken, gebaseerd op het OICO-principe. Vermits de leerlingen de instrumenten die hier beschreven worden niet kennen, worden ze best stapsgewijs aangebracht, verspreid over een langere periode.

bottom of page