top of page

Activiteit 1 Thema 3

Titel

Beschrijving - Interpretatie - Evaluatie

Duur

50 minuten

Verwachte leerresultaten

Aan het eind van deze activiteit kunnen de leerlingen:

  • Acties analyseren vanuit verschillende perspectieven, onafhankelijk van de eigen culturele achtergrond.

  • Aspecten herkennen die de perceptie beïnvloeden.

  • Culturele kruisbestuivingen analyseren.

Methodologie

Analyse van kritieke incidenten, kritisch denken

Benodigde middelen

Voorwerpen of foto's die niet duidelijk herkenbaar zijn en die je kan uitdelen aan elke groep.

Bijlagen

Bijlage I. Voorbeeld van de D-I-E methode – Beschrijving (Description) -Interpretatie - Evaluatie

Bijlage II. DIE-werkblad

Bijlage III. Voorbeelden van afbeeldingen

Beschrijving

De methode "Beschrijving - Interpretatie - Evaluatie" (D-I-E) is een nuttig instrument om interculturele situaties van cross-over te analyseren en een beter begrip te krijgen van andere culturen. Over het algemeen bekijken mensen situaties of interpreteren ze die door hun eigen culturele bril en begrijpen ze daarom vaak noch het gedrag van andere mensen, noch hun waarden en normen die daaraan ten grondslag liggen. 

 

Instructie:

Verdeel je leerlingen in groepjes van 3-5.

 

Stap 1

Een voorwerp of foto die verschillende betekenissen kan hebben, wordt gekozen en aan de klas getoond (u kunt dezelfde foto gebruiken voor de hele klas of een verschillende foto ’s, of voorwerpen uitdelen aan elk groepje leerlingen). Door elk groepje een voorwerp/foto te geven zorg je ervoor dat het materiaal gezien/gevoeld/aangeraakt kan worden. Daarna gaat elk groepje het voorwerp/de foto beschrijven. Dit mag niet langer dan 2-3 minuten duren.  De antwoorden worden genoteerd op een flip-over. Deze worden verzameld volgens de D-I-E categorieën; maar benoem nu nog niet de verschillende fasen (beschrijving - interpretatie - evaluatie).

 

Stap 2

Het analyse-instrument ‘D-I-E’ wordt uitgelegd. De deelnemers moeten nu een nieuw voorwerp/foto analyseren aan de hand van deze methode. Laat ze het object beschrijven, en corrigeer ze als ze het al interpreteren. Besteed 5 minuten aan elk onderdeel:

  1. Beschrijving: beschrijf het voorwerp (of de situatie, of de foto) zo nauwkeurig mogelijk. Wat is er gebeurd? Wat werd er gezegd en/of gedaan? Het is belangrijk om de beschrijving 'op te rekken'. Op een foto is veel meer te zien dan op het eerste zicht blijkt. Nodig je leerlingen uit om gedetailleerd te observeren. Sterke observatie is een wapen tegen vooroordelen!

  2. Interpretatie: Zoek mogelijke verklaringen of interpretaties (minstens 2) voor wat je hebt gezien of ervaren.

  3. Evaluatie: Evalueer wat je hebt gezien of ervaren. Welke (positieve/negatieve) gevoelens heb je bij het voorwerp of de situatie? 

 

Stap 3

In kleine groepen moeten de leerlingen een situatie die ze zelf hebben meegemaakt (of een eigen foto of voorwerp) beschrijven volgens de D-I-E-methode.

Relevante onderwerpen voor discussie

  • Was de methode nuttig?

  • Welke moeilijkheden heb je ondervonden?

  • Wat heb je over jezelf geleerd? En over de anderen?

  • Geloof je dat een beeld het hele verhaal kan vertellen?

Bespreek tot slot met jouw leerlingen waarom een beeld macht heeft en welk risico een beeld inhoudt (bv. stereotypen, fake news, vooringenomenheid).

Oorspronkelijke bron

Deel verhalen, foto's en video's van je klas tijdens de uitvoering van deze activiteit!

bottom of page