top of page

Activiteit 3 Thema 1

Titel

Spelen met woorden en beelden

Duur

Ongeveer 30 minuten voor elke stap - de duur kan variëren afhankelijk van de taalvaardigheid van de leerling.

Verwachte leerresultaten

Aan het eind van deze activiteit kunnen de leerlingen:

  • Nieuwe woorden gebruiken, ze op de juiste manier schrijven en ze in verband brengen met concrete voorwerpen/ideeën.

  • De meest geschikte zinnen selecteren voor een specifieke context/situatie.

  • Vaardigheden over creativiteit en samenwerking toepassen.

Methodologie

Creatief schrijven; Verhalen vertellen

Benodigde middelen

Materialen:

  • Vellen papier

  • Pennen

Bijlagen

  • Bijlage I. Verhaalkaarten

  • Bijlage II. Mesostic

  • Bijlage III. Tekening van een koffer

  • Bijlage IV. Lijst van onderwerpen en bijbehorende afbeeldingen

Beschrijving

Creatief schrijven kan een unieke stimulans zijn om het leren van talen te versterken en de samenwerking tussen leerlingen te vergemakkelijken.

LET OP: Het is niet de bedoeling de volgende stappen chronologisch te volgen. Wij raden je aan de verschillende oefeningen gedurende het schooljaar te gebruiken in verschillende contexten en met verschillende inhouden, in overeenstemming met de interesses van leerkrachten en leerlingen. Een groot voordeel van deze oefeningen is dat ze zich aanpassen aan het taalniveau van de leerlingen.

Stap 1 - Associatieve afbeeldingen

  • Om deze activiteit te faciliteren kan je uitgaan van het gebruik van de verhaalkaarten in de bijlagen (bijlage I).

  • Je kan ook jouw eigen "verhaalkaarten" maken met afbeeldingen in verband met een specifieke onderwerpen. Voorbeeld:

Onderwerp: supermarkt

Afbeeldingen: Geld, Melk, Fruit, Persoon, …

  • Elke leerling krijgt drie (of vier) kaarten. Elke leerling gaat er voor zichzelf een verhaal mee maken. Geef ze de kaarten met de achterkant naar boven. De leerlingen draaien een nieuwe kaart om nadat ze over de vorige iets verteld hebben.

  • Zij krijgen nu vier tot vijf kaarten over een ander onderwerp en werken op dezelfde manier als hierboven. Het laatste deel van het verhaal verzinnen ze door zelf een tekening te maken.

  • De leerlingen werken in groepjes van 4 en vertellen nu om beurt. Ze krijgen extra afbeeldingen en maken hun gezamenlijk verhaal door alle afbeeldingen op een vel papier te leggen. Ze kunnen woorden/zinnen toevoegen om het verhaal toe te lichten. Er is geen ‘juiste volgorde’ voor de verhaalkaarten, want ze werken aan vloeiend taalgebruik.

  • De leerlingen maken een verhaal van 4 afbeeldingen. Daarna breiden ze het uit met 6 afbeeldingen. Onder leiding van hun mentor gaan ze het verhaal neerschrijven (met behulp van tekeningen, afbeeldingen en woorden).

 

LET OP: In de bijlagen vind je twee sets verhaalkaarten: ze zijn eenvoudig en maken het mogelijk basisverhalen te maken, zonder nadruk op de inhoud. Als jouw leerlingen vertrouwd zijn met creatief schrijven en verhalen vertellen, en er geen aarzelingen meer zijn, kan je deze kaarten vervangen door complexere. Daarna kan je deze kaarten vervangen door meer persoonlijke of meer conflictueuze thema's. Dan kan je afbeeldingen van kranten, digitale media of fotoboeken gebruiken.

 

Je kan verschillende combinaties van beelden gebruiken; het belangrijkste is: de creativiteit stimuleren!

Stap 2 - Geïnspireerd raken door Mesostics

Een mesostic is een tekst die zo is opgesteld dat een verticale zin lijnen van de horizontale tekst kruisen. Een van een mesostics staat in Bijlage II.

 

  • Wat is een mesostic? Schrijf een woord verticaal. Om de beurt maken de leerlingen een zin voor elke letter, beginnend bij die letter of kruisend op een andere manier. Dit is een mesostic!

  • Laat je nu inspireren door deze methode: de twee leerlingen (mentor en mentee) maken een verhaal. Een van de leerlingen mag schrijven op de eerste helft van het vel papier en de ander gaat verder op de tweede helft. Of ze mogen om de beurt bij elke letter een zin toevoegen.

  • Daarna kunnen de leerlingen 5 woorden kiezen en die verticaal schrijven. Op basis daarvan maken ze een verhaal in de vorm van een mesostic.

Als je de moeilijkheidsgraad van de oefening wil verhogen, kan je jouw leerlingen vragen de betekenis van een term met een mesostic uit te leggen (bijvoorbeeld: cultuur). Of je kan je leerlingen vragen een verhaal te schrijven over ‘racisme en discriminatie’ door deze termen 3 tot 4 keer verticaal te herhalen.

Stap 3 – Gezamenlijk schrijven

1st optie:

  • Trek een verticale lijn in het midden van een A4-blad dat in landscape ligt.

  • De leerlingen kiezen een titel en bespreken het onderwerp van het verhaal dat ze zullen maken.

  • Eén leerling begint te schrijven tot aan de lijn. Eenmaal begonnen mogen ze niet meer spreken.

  • De andere schrijft vanaf de lijn naar het einde van het blad.

  • Zo schrijven ze samen een verhaal.

  • Ze maken een verhaal van 10-12 regels.

 

2nd optie:

  • Elk paar leerlingen stelt een probleem vast (of de leraar geeft er een).

  • Ze maken twee "karakters" door ze te tekenen en op een prikker te plaatsen.

  • Daarna spelen ze en schrijven ze een dialoog.

  • Het begin is:

    • Goedemorgen.

    • Goedemorgen.

    • Wat is er met jou gebeurd?

    • Y: ...

  • Ze maken minstens 8 extra zinnen. (Eerst spelen, pas daarna schrijven!)

 

3rd optie:

  • Elk duo krijgt acht kaarten, elk met één geschreven woord.

  • Elke leerling draait een kaart om en maakt een zin met het geschreven woord.[Studenten met sterkere taalvaardigheden kunnen verschillende zinnen per kaart maken].

  • Ze schrijven de zin op.

  • Ze doen hetzelfde met de volgende kaart en maken een verhaal.

  • Ze moeten minstens 6 kaarten gebruiken. Je kan het aantal kaarten aanpassen aan het taalniveau van de leerlingen, of hen zelf het aantal kaarten laten kiezen.

 

4th optie:

  • Elk leerlingenpaar kiest een thema (ze schrijven het op een blauwe kaart)

  • Elk paar verzint nog vijf woorden in verband met het gekozen onderwerp en schrijft die op gele kaarten.

  • Ze draaien de blauwe kaart om en bedenken een zin.

  • Ze schrijven deze zin op.

  • Dan draaien ze een gele kaart om, bedenken een zin en schrijven die op. Dat doen ze minstens met vier kaarten. Je kan het aantal kaarten aanpassen aan het taalniveau van de leerlingen, of hen zelf het aantal laten kiezen.

  • De leerlingen die verder willen, kunnen meer kaarten maken.

[Na het uitproberen van de activiteit in duo kan elk lid van het duo de activiteit individueel uitvoeren].

Stap 4 - Afbeeldingen en woorden koppelen (of mesostics met prenten)

  • De leerlingen krijgen de verhaalkaarten (4-6 verhaalkaarten) die bij de eerste oefening zijn gebruikt.

  • Ze plaatsen de beelden onder elkaar.

  • Ze maken een verhaal en gebruiken elk beeld als een woord in een zin.

Stap 5 - Fantasieverhalen

1st optie:

  • De leerlingen krijgen de tekening van een koffer (bijlage III). Bovenaan het blad schrijven ze waar ze met dit voorwerp naartoe willen reizen.

  • In de koffer schrijft de ene leerling drie elementen die hij moet meenemen. Dan is het de beurt aan de andere leerling. Dat doen ze vier keer. Tenslotte kiest elke leerling drie elementen waarmee hij een verhaal gaat maken.

 

2nd optie:

  • De leerlingen bespreken de beelden in verband met een specifiek onderwerp. Bij elk beeld verzinnen ze iets dat onmogelijk is. Ze kiezen drie beelden en maken een verhaal met dingen die niet mogelijk zijn.

  • Bijlage IV. Lijst van onderwerpen en afbeeldingen (voorbeeld: kleding)

 

Voorbeeld:

Tapijt 🡪 Gisteren ging ik naar school met een vliegend tapijt.

Aardappelschillen 🡪 De vrouw droeg een prachtige jurk gemaakt van aardappelschillen.

Relevante onderwerpen voor discussie

  • Wat heb je geleerd?

  • Welke activiteit vond je het leukst/minst leuk? Waarom?

  • Welke taalvaardigheden wil je verbeteren?

  • Welke andere oefeningen kun je maken op basis van deze voorbeelden?

Oorspronkelijke bron

Moons, K. Veerman: https://www.veerman.be/index.php?lang=en

Moons, K. (2002) Boekjetebuiten. Didactische Leesbevorderingskit. Canon Cultuurcel van het Departement Onderwijs, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

 

De oefeningen voor creatief schrijven zijn geïnspireerd op de musicus John Cage (1912-1992). Hij gebruikte mesostics in zijn muziekstukken, bijvoorbeeld in zijn boek: https://www.johncage.org/library_entry.cfm?id=21

Bijlage 1 -Verhaalkaarten

Bijlage 2 - Mesostics

Bijlage 3 – Tekening koffer

Bijlage 4 - Lijst van onderwerpen en bijbehorende afbeeldingen

Deel verhalen, foto's en video's van je klas gemaakt tijdens het uitvoeren van deze activiteit!

bottom of page