Casestudy nr. 4
Oplossen van conflicten tussen leerlingen met behulp van een Strength-Based aanpak
België
UNIVERSITEIT LEUVEN – LIMBURG (UCLL)
Sleutelwoorden
Mensen met een migratieachtergrond, mannen, storend gedrag, onderwijs, spijbelen, carrière, begeleiding
Betrokken school
Middelbaar onderwijs, beroepsopleiding, richting kantooradministratie
Gedetailleerde beschrijving van de situatie
De school ligt in een multiculturele en verarmde wijk in een grote Belgische stad. Het stadsbestuur beschouwt de wijk als een van zijn meest problematische. Jongeren die in de wijk zijn opgegroeid, verlaten deze zelden en weigeren vaak naar een school te gaan die zich fysiek en figuurlijk ‘buiten hun comfortzone’ bevindt, zelfs wanneer de school een studietraject aanbiedt dat beter aansluit bij hun sterke punten en interesses.
Deze casestudy gaat over Youssef, een jongere (16 jaar) met Marokkaanse roots. Hij gaat naar een school voor beroepsonderwijs en volgt de studierichting "kantooradministratie". Hij zegt dat hij deze studierichting heeft gekozen omdat 'het de makkelijkste is, met het minste werk.' Naast de studie voetbalt Youssef bij een lokale voetbalclub. Hij traint twee dagen per week en speelt één wedstrijd in het weekend
De club speelt in de middenklasse. Soms scouten de betere clubs tijdens wedstrijden om goede spelers te vinden die naar hun teams kunnen doorstromen. Zoals veel voetballers van zijn leeftijd droomt Youssef ervan dat hij op een dag door een betere club wordt geselecteerd. Toen hij 12 jaar oud was, vertelde zijn trainer hem eens dat als hij hard zou werken, hij op een dag een grote speler zou kunnen worden.
Omdat Youssef alles op voetbal zet, interesseert school hem niet. Hij vindt dat hij uitgerust moet zijn voor de training en slaapt liever uit, en komt laat op school, als hij al komt. Hij kiest voor 'kantooradministratie', omdat hij nog schoolgaand is en 'moet' naar school gaan. Hij maakt nooit zijn huiswerk en maakt het sommige leraren moeilijk met zijn storend gedrag. Hij mengt zich in de conflicten van andere leerlingen om aandacht te krijgen en is in staat de hele klas te manipuleren om tegen de leraren in te gaan.
Youssef wordt opgevolgd door interne leerlingenbegeleiders. Na een hele moeilijke dag, waarop hij door drie leerkrachten werd gesanctioneerd en naar de leerlingenbegeleider werd gestuurd, heeft de school besloten dat hij een "contractkaart" moet krijgen. Dit betekent dat hij in de toekomst beter in de gaten wordt gehouden en minder autonomie krijgt. Zo moeten leerlingen die een "contractkaart" krijgen aan het eind van elke les een handtekening van elke docent krijgen voor hun ‘goed gedrag’. De gesanctioneerde leerlingen worden aangemoedigd positief gedrag te vertonen in de klas. Wanneer zij dit weigeren, kunnen zij worden geschorst of buiten de school intensievere begeleiding krijgen.
De school volgt een programma waarbij zowel de begeleiders als de leerkrachten worden getraind in het waarderen van de sterktes van de leerlingen en in het integreren van die sterktes in het leerproces van de leerlingen.
Wat zou jij doen in een soortgelijke situatie?
Deel jouw ideeën en suggesties op het TEACHmi online Forum!
Hier zijn enkele vragen voor zelfreflectie:
-
Kan je een situatie bedenken waarin het negatieve gedrag van een leerling hem/haar verhinderde te leren?
-
Welke sterke punten kan jij mogelijk in dit (negatieve) gedrag zien?
-
Zijn er belanghebbenden buiten de school, die de jongere kunnen helpen de dingen vanuit een ander perspectief te zien en hem helpen om zich open te stellen om te leren?
-
Hoe kunnen jongeren, uitgaande van hun sterktes in hun negatieve gedrag, deze (positiever) inzetten?
-
Hoe ziet dit nieuwe leerproces eruit vanuit het perspectief van de betrokken jongere, zijn klasgenoten en zijn leraren? Zijn er mogelijkheden om ruimte te creëren om te falen?
-
Welke initiatieven zijn nodig om de jongere een nieuw perspectief op langere termijn te bieden?
Eerste reactie
Na deze dag wordt Youssef naar de leerlingenbegeleider gestuurd. Zij vergelijkt de houding van Youssef op school met zijn voetbaltrainingen: hij komt daar op tijd, brengt altijd mee wat hij nodig heeft, luistert naar de instructies van de trainer, zelfs bij voetbaloefeningen die hij niet graag doet. Youssef gaat akkoord, maar het dringt niet echt door. De begeleider vraagt hem "hetzelfde te doen op school".
Ze probeert hem te motiveren om zijn gedrag op school vanuit het perspectief van voetbal te bekijken en schrijft op zijn contractkaart dat hij er voortaan voor zal zorgen dat hij op school meewerkt.
Op het eerste gezicht, en vanuit het perspectief van werken met de sterktes van leerlingen, lijkt het erop dat de begeleidster Youssefs sterke punten in voetbal gebruikt om hem op school te motiveren.
Maar in werkelijkheid doet ze dat niet. In feite brengt ze in kaart wat de school nodig heeft om hem zijn gedrag te veranderen.
Tijdens hun ontmoeting kreeg hij zelden de kans om te spreken en gehoord te worden. Zijn begrip van de conflicten op school en de redenen voor zijn nonchalance met het schoolwerk werden eigenlijk niet besproken. De schoolbegeleider vindt dat hij dat allemaal "al zou moeten weten", gezien de eerdere gesprekken. Een week later werd Youssef opnieuw naar de leerlingenbegeleider gestuurd, omdat hij te veel negatieve reacties van zijn leraren op zijn contractkaart had verzameld.
Voorgestelde oplossing
Op basis van een gesprek met een externe begeleider (van de leerkracht) worden twee nieuwe initiatieven genomen:
1. De school neemt contact op met de voetbaltrainer om met Youssef te praten. De leraren willen graag weten:
-
Heeft Youssef echt een kans om profvoetballer te worden?
-
Hoe gedraagt Youssef zich tijdens voetbaltrainingen? Welke sterktes ziet de voetbaltrainer in Youssef?
2. De school organiseert een nieuw gesprek met Youssef. De leerlingenbegeleider zal nu proberen Youssefs sterke punten in kaart te brengen op basis van zijn negatieve gedrag in de klas en in verband met wat hij tijdens de voetbaltrainingen doet.
De voetbaltrainer laat de school weten dat Youssef een zeer betrouwbare en loyale speler is. Hij is in staat het team te motiveren, zeker als het even tegenzit. Op de vraag of Youssef de kans heeft om prof te worden, is het antwoord van de trainer duidelijk: "Nee, hij is niet sterk of getalenteerd genoeg".
De leerlingenbegeleider vertelt dat Youssef denkt dat hij een professionele carrière kan uitbouwen op basis van wat de trainer eerder vertelde. De trainer herinnert zich dit, maar kadert in het feit dat je een 12-jarige anders motiveert dan een 16-jarige. Er wordt afgesproken dat ze dit openlijk met Youssef zullen bespreken. Op die manier kan de trainer met Youssef praten over zijn gedrag op school zonder dat hij een oordeel hoeft te vellen of de indruk krijgt dat ze 'achter zijn rug om' over hem praten.
Er wordt een nieuw overleg gepland met Youssef. Youssef legt uit dat hij echt een probleem heeft met leraren als ze onredelijk zijn tegen leerlingen die fouten maken. Hij wordt dan echt boos en kan zich moeilijk beheersen. Dat verklaart waarom hij bij sommige leraren "moeilijk" is en bij anderen niet.
De begeleider merkt op dat dit een van zijn sterktes is: hij heeft de vaardigheid om op te komen voor zijn leeftijdsgenoten, die volgens hem onrechtvaardig worden behandeld, en om andere leerlingen te motiveren. In principe is daar niets mis mee. Hij gebruikt die sterkte nu echter om de leerkracht te verhinderen om door te gaan met de les. De begeleider verbindt dit gedrag in de les met de voetbaltraining waar hij diezelfde sterkte positief inzet. Deze keer is Youssef in staat de parallellen te zien.
Wanneer het over zijn toekomst gaat, vertelt Youssef dat hij erg getroffen was door wat de trainer hem vertelde, maar dat hij het ook wel had zien aankomen. Op basis van zowel zijn negatieve, maar vooral ook zijn positieve gedrag in het voetbal, zowel als op school, beginnen ze samen zijn sterktes in kaart te brengen. Ze komen tot de conclusie dat een meer 'sociaal studietraject' hem beter zou passen bij wat hij zou willen worden.
Op korte termijn wordt de contractkaart volledig herbekeken. Youssef wordt gevraagd de andere studenten te verdedigen als dat echt nodig is, maar dat moet nu in drie stappen gebeuren:
-
Hij laat de leraar weten dat hij het niet eens is met diens gedrag en vraagt de leraar vervolgens om er op een ander moment met hem over te spreken.
-
Na de les gaat hij bij de betrokken leerlingen na hoe zij de reactie van de leraar inschatten. Met deze informatie gaat hij naar de leraar en bespreekt dit. De voorwaarde is dat hij zelf een haalbare oplossing kan voorstellen (een van zijn andere sterktes is zijn verbale vaardigheid die hij in de school tot nu toe alleen negatief heeft gebruikt).
-
Hij vraagt een overleg met de leraar om de situatie rustig te bespreken.
Met betrekking tot zijn niet ingediende taken wordt afgesproken dat Youssef eerst twee weken de tijd krijgt om na te denken over zijn toekomst en of hij nu verder wil op deze school. Als hij dan voor een ander studietraject kiest, zal worden bepaald voor welke vakken hij zich meer moet inspannen en voor welke vakken hij minder kan doen in functie van het mogelijks nieuwe studietraject.
De leerlingenbegeleider beperkt de contractkaart nu tot de leerkrachten die bij de incidenten betrokken zijn. Ze licht haar analyse toe en vraagt om of ze willen meewerken. Ook vraagt ze wat tijd zodat Youssef de nieuwe regels kan "oefenen". Als het deze manier van werken niet lukt, betekent dit dat Youssef waarschijnlijk last heeft om zijn emoties te beheersen. Daar zal dan op een andere manier aan gewerkt moeten worden.
Na dit gesprek verandert het gedrag van Youssef fundamenteel. Het aantal conflicten in de klas neemt drastisch af en Youssef stelt zich tegenover zijn medeleerlingen op als motivator en bemiddelaar.
Youssef besluit door te gaan in dezelfde studierichting. Hij ziet wel een toekomt in het kunnen starten van een bedrijfje. De begeleider helpt hem om dit te relativeren en in de volgende gesprekken, motiveert ze hem om - na het afronden van zijn "studie kantoor" - verder te studeren. Dankzij zijn veranderde gedrag vindt hij een goede stageplaats. Hij sluit het jaar af met sterk verbeterde resultaten voor alle vakken en kan de achterstand inhalen.
Waarom is deze casestudy relevant?
Deze casus laat duidelijk zien dat een leerling en een school soms heel verschillende opvattingen hebben over de toekomst. Wanneer een school kiest voor een meer open en transparante benadering met alle betrokkenen, is er meer kans dat de leerling zijn of haar eigen gedrag dienovereenkomstig kan corrigeren. Daarom is het echt belangrijk dat jongeren, maar ook leraren, de potentiële sterktes van hun negatieve gedrag zien en erkennen.